Te onthouden
- Als bedrijf moet je nieuwigheden durven uittesten en durven falen als je écht wil innoveren en het verschil maken.
- De transitie naar een elektrisch wagenpark in combinatie met de komst van een capaciteitstarief zal een belangrijke impact hebben op het energiemanagement van gebouwen.
- Hoewel ‘smart buildings’ logischerwijze aan technologie doet denken, kan het gebouw ook ‘slimmer’ worden gemaakt zonder per se technologie toe te voegen (bijvoorbeeld door een doordachte inplanting van daglichtopeningen, logische circulatie, gebruik van ruimtes voor meerdere doeleinden,…)
Slim inzetten van technologie is de toekomst
In gebouwen is intelligentie een vlag die vele ladingen kan dekken. Vandaag ligt het accent vooral op ‘smart’ HVAC- en lichtsturingen, maar het toepassingsdomein is heel wat breder. Dat demonstreert Corda Campus als piloot- en testomgeving van allerhande innovaties. Gecombineerd met facility management waarbij de huurders centraal staan, kan deze technologiehub zich met reden een ‘slimme’ bedrijvencampus noemen.
Corda Campus is het bewijs dat elke tegenslag ook opportuniteiten met zich meebrengt. De beslissing van Philips om in 2002 zijn productie in Hasselt stop te zetten, leek in eerste instantie de genadeklap voor een regio die nog leed onder de sluiting van de steenkoolmijnen. Anno 2021 staat de site echter op de kaart als een van de belangrijkste technologiehubs van Europa. De vroegere Philipsfabrieken werden immers omgetoverd tot een campus van bedrijven die innovatie als gemene deler hebben. “Vandaag huisvesten we 100 start-ups, 130 scale-ups en 20 corporate-organisaties die samen zo’n vijfduizend mensen tewerkstellen”, vertelt algemeen directeur Raf Degens. “Momenteel hebben we 14 hectare van het terrein in gebruik, wat overeenstemt met 90.000 m² kantoren. Op relatief korte termijn willen we de site met nog 9 hectare uitbreiden.”
Inspirerend voor innovators
De steile opmars van Corda Campus is vooral te danken aan het out of the box denken van de organisatie. “We willen geen ivoren toren zijn, maar een plaats waar iedereen welkom is”, aldus Raf Degens. “En dat mag je vrij letterlijk nemen. Zo zijn onze cateringformats in het weekend open voor het brede publiek en organiseren we publiek toegankelijke evenementen. Studenten van de PXL en de UHasselt volgen hier les, en we zijn een open huis voor iedereen die innovatieve oplossingen zoekt. Corda Campus is een echte smeltkroes van organisaties en mensen. Hierdoor vormt het een inspirerend kader en een uniek demonstratieplatform voor nieuwigheden. Op onze site kunnen prototypes worden uitgetest die nog lang niet voor honderd procent werken. Wij komen daarmee weg omdat alles op Corda Campus rond technologische innovatie draait. Deze troef koppelen we aan een proactief management. We initiëren immers zelf projecten om gekende problemen op een andere en ‘slimme’ manier te benaderen.”
Nieuwe tijden, nieuwe uitdagingen
Een belangrijk project in dit kader is de ‘virtual power plant’. Het management van Corda Campus brainstormt met Fluvius over manieren om de energievraag van elektrische wagens kostenefficiënt in te vullen. “Wie een slim gebouw nastreeft, zal ontegensprekelijk de link met ‘buiten’ moeten leggen”, aldus Raf Degens. “In de komende jaren zullen bedrijfswagens massaal voor elektrische types worden ingeruild. Dit indrukwekkende keerpunt in mobiliteit brengt echter wel enkele uitdagingen met zich mee. Zo is er de vraag naar oplaadcapaciteit die facility managers grijze haren bezorgt. Ter illustratie: het wagenpark van de bedrijven op Corda Campus bestaat uit 1800 voertuigen. Met de huidige techniek van ‘slow loading’ zouden we in de komende jaren minstens duizend laadpalen moeten plaatsen. Het ligt voor de hand dat dit een utopische gedachte is. En zelfs al zouden we daarvoor de nodige middelen en ruimte hebben, dan nog is het probleem niet opgelost. Elke ochtend zou er immers een gigantische piekbelasting zijn. Bij aankomst zal iedereen zijn wagen willen inpluggen, net op het moment dat ook de labo’s en kantoren opstarten. Dat wordt onbetaalbaar wanneer de energietarieven in de toekomst op basis van piekverbruik zullen worden berekend.”
Wagenpark als batterij?
Volgens Corda Campus ligt het antwoord in de combinatie van snelladers en het sturen van het vermogen van de traagladers in functie van het overige energieverbruik op de site. “In dit geval zouden de wagens tussen 8 en 10u misschien maar voor 5% worden opgeladen, om dan tussen 10 en 12u van het maximale vermogen te genieten”, legt Raf Degens uit. “Omgekeerd willen we het vermogen van de autobatterijen aanwenden om op piekmomenten energie aan andere verbruikers te leveren. Denk maar aan de keukens die tijdens de middag op volle toeren draaien. Wij beschouwen het wagenpark van morgen dus als een gigantische batterij die kan geven en nemen in functie van de totale energievraag op een site.”
Nieuwe perspectieven dankzij 5G
Een dergelijke aanpak vereist natuurlijk een erg verfijnde meting van het verbruik in combinatie met een voorspellend model van de energievraag. Daarom wil Corda Campus op korte termijn experimenteren met state-of-the-art systemen waarin artificiële intelligentie een hoofdrol speelt. “We geloven sterk in de mogelijkheden van deze technologie”, aldus Raf Degens. “Zeker in combinatie met 5G dat op het vlak van data-acquisitie en -transmissie het onmogelijke mogelijk maakt. Als testsite voor 5G hebben we de laatste twee jaar tal van innovaties uitgetest. Voor gebouwbeheer zien we vooral een toegevoegde waarde in het segment van beveiliging. Het wordt immers mogelijk om veel meer camerabeelden van hoge resolutie tegelijkertijd door te sturen. Tevens wordt het netwerk niet belast als mensen bij een calamiteit massaal hun gsm beginnen te gebruiken. Het resultaat is dat de veiligheidsdiensten niet belemmerd worden in de toegang tot data, wat een enorme stap vooruit is. Met 5G ontstaan natuurlijk ook tal van extra opportuniteiten voor het Internet of Things. Eenmaal onze ‘virtual power plant’ operationeel zal zijn, zullen wij de verzamelde data daarvan zonder twijfel in tal van andere applicaties aanwenden. Dat is immers het mooie aan dit verhaal: gegevens kunnen op ongelofelijk veel – tot nu toe ongekende – manieren worden gebruikt.”
Menselijke aanpak blijft belangrijk
Als technologiecampus staat Corda te popelen om deze innovaties uit te testen. Toch vindt het management dat ‘smart’ en ‘technologie’ geen doelen op zich mogen zijn. “Wij willen altijd en overal de mens centraal stellen”, verduidelijkt Raf Degens. “Technologie is enkel nuttig als het totaalplaatje klopt. Alles moet werken en de toegevoegde waarde moet duidelijk zijn. Gebruikers mogen niet worden verplicht om hun gedrag aan te passen. Er bestaat een reëel risico dat de facility managers zich in technologie verliezen. Wanneer ze in hun cockpit enkel nog op schermen zitten te kijken, ontstaat het ‘ivoren toren’-fenomeen en wordt de mens stilaan vergeten. Daarom kiezen wij doelbewust voor een aanpak met een ‘gezicht’. Onze facility manager is duidelijk zichtbaar op de campus. Ze luistert naar de noden van de klanten en speelt daar maximaal op in. Willen ze zelf controle over hun HVAC? Dan krijgen ze die. Willen ze een volledige ontzorging? Dan is dat mogelijk. Kan een wens om technische of praktische redenen niet worden ingevuld? Dan leggen we dit face to face uit aan de betrokken personen.”
Deeleconomie als fundament
Technologie blijft in Corda Campus ook doelbewust op de achtergrond omdat het management de focus op ‘beleving’ wil leggen. “We breken met de traditionele denkpatronen over kantorencomplexen”, vertelt Raf Degens. “Vastgoed moet bij wijze van spreken meerdere shiften kunnen draaien. Onze infrastructuur is op zo’n manier opgebouwd dat ze erg snel voor andere doeleinden kan worden gebruikt. Kantooromgeving overdag, evenementenzaal of exporuimte ’s avonds en in het weekend. De kleinere spelers zetten we bij elkaar in één volume met gedeelde ontspanningsruimtes, telefoonboxen en meetingrooms. Deze aanpak laat toe om duurzaam op de noden van de gebruikers in te spelen. Door de flexibele opbouw van de ruimte kunnen de bedrijven gemakkelijk extra kantoormodules huren. Of downsizen, want deze behoefte is even reëel als een groeiscenario. Denk maar aan de evolutie naar flexibele werkplekken en meer thuiswerk door COVID-19. Dit alles is mogelijk omdat we de principes van de deeleconomie hanteren. In Corda Campus betaal je wat je gebruikt, zelfs vergaderzalen, auditoria en zelfs meubilair en decoratie. Een mooi neveneffect hiervan is dat huurders hun kantoren regelmatig in een nieuw kleedje steken, wat dan weer bijdraagt tot de beleving die Corda Campus zo typeert.”
Nog meer mobiliteit
Het streven naar beleving wordt zelfs doorgetrokken naar toepassingen die niet meteen met dit begrip worden geassocieerd. Interne mobiliteit is zo’n voorbeeld, want Corda Campus test al enige tijd de ‘slimme step’ uit. De snelheid van deze transportmiddelen wordt automatisch bepaald in functie van het gebruikstijdstip. Tijdens de middagpauze (wanneer er veel volk op de campus circuleert), rijden ze amper 5 km/u. Op momenten dat de meeste mensen in hun kantoor zijn, verhoogt de snelheid naar 20 km/u. “Interessant is dat de steps na gebruik autonoom terug naar hun startplaats of een volgende gebruiker rijden”, vertelt Raf Degens.
Alles draait rond data
Een ander voorbeeld is de parkeerinfrastructuur die wel nummerplaatherkenning, maar geen persoonsgegevens gebruikt. “Zo vermijden we heel wat administratieve rompslomp”, verduidelijkt Raf Degens. “Bovendien bieden we de bezoeker al een ervaring vanaf het moment dat hij op onze site komt. Jaarlijks ontvangen we gemiddeld 20.000 externe wagens op onze campus. De bestuurders kunnen de parking gewoon oprijden en verlaten zonder gegevens na te laten.
Weliswaar worden de nummerplaten gescand om misbruik te vermijden, maar deze data worden niet opgeslagen of aan de naam van de bestuurder gelinkt. Via artificiële intelligentie leert het systeem welke auto’s langer dan vijf uur op de parking staan gedurende vier opeenvolgende dagen. Op de campus geven digitale borden dan de boodschap welke auto’s zich naar een andere parking moeten begeven. Natuurlijk staat of valt dergelijke technologie met sensoren die data capteren en doorsturen. Het zijn slimme systemen die misschien niet meteen met ‘smart buildings’ worden geassocieerd. Toch geloven we sterk dat precies dergelijke oplossingen het kantoorgebouw van de toekomst zullen typeren.”